Deze bijdrage is van Joost Koopman, student Journalistiek
Na een lange rit naar het noordelijkste puntje van het vaste land, kwamen we vrijdagavond 22 maart aan in Kloosterburen voor ons tweede en laatste honoursweekend. Een oude herberg vol spirituele artefacten diende als onze uitvalsbasis. De gangen van het oude gebouw waren voorzien van Mariabeeldjes, oosterse tekens, kunstwerken en kaarsjes. Onderweg naar onze kamers liepen we langs een grote meditatieruimte die we niet mochten betreden in grote getalen wegens de negatieve energie die gezellige adolescenten met zich meedragen. Enkel voor bezinning waren we er welkom.
Na samen te hebben gegeten in de eetzaal (vleesliefhebbers ten spijt was alles vegetarisch), verplaatsen we ons naar een klein gebouwtje naast de herberg: de school. Hier spraken we ’s avonds onze eerste versies van de illustere ‘graduation speeches’ uit, waarna we de avond voor onszelf hadden. De volgende dag stond vooral in het teken van werken aan ons individuele product, en een aantal andere opdrachten die we gezamenlijk uitvoerden. Na het avondeten en de laatste opdrachten begaf een aantal van ons zich richting de uitgestrekte wilde tuin, waar we een kampvuur maakten. Terwijl we marshmallows bruinden, voorzag Hems ons van spannende verhalen over geesten en de fameuze witte boerderij waar we morgen langs zouden lopen.
De volgende ochtend ging namelijk om kwart voor vijf de wekker, waarna we gezamenlijk voor drie kwartier wandelden richting de zee. Hier zouden we bij een mooie zonsopgang mogen reflecteren, zittend op palen in het wad. Waarschijnlijk hadden de geesten in de witte boerderij gehoord van Hems’ verhalen, want onderweg naar het wad werden we weggespoeld door een hemelbreuk van jewelste, die niet ophield tot we in de blubber liepen en de palen naderden. Na wat twijfel besloot Hems de retourtocht in te zetten; papieren schriften en hemelbreuken zijn doorgaans niet de beste combinatie. Toen onze onderbroeken te drogen lagen, en onze benen niet meer rood waren, verzamelden we ons voor het laatste ontbijt. Opgewarmd begaven we ons naar ‘de school’, waar we alsnog de reflectieopdracht hebben uitgevoerd. Hierna was het alweer tijd om onze tassen te pakken, en ons richting de auto te begeven.



